
Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. (Hebr.11:1)
Max Lucado schrijft: Het oog ziet de roofzuchtige leeuw. Het geloof ziet Daniëls engel. Het oog ziet stormen. Het geloof ziet Noach’s regenboog. Het oog ziet reuzen. Het geloof ziet Kanaän. Je ogen zien je fouten. Je geloof ziet je Verlosser. Je ogen zien je schuld. Je geloof ziet Zijn bloed. Het geloof vertrouwt op wat het oog niet kan zien.
Jezus zelf zegt: ‘Ik doe alleen wat Ik de Vader zie doen.’ Om te kunnen zien wat de Vader doet, is de relatie heel belangrijk. De discipelen zagen die relatie van Jezus met Zijn Vader. Ze vroegen Leer ons bidden. Leer ons zo EEN te zijn met de Vader, opdat wij kunnen zien wat de Vader doet. En Jezus leert hen het Onze Vader, waar kennelijk alles inzit om tot een goede relatie te komen. Het gaat om Uw naam, Uw koninkrijk, Uw wil geschiede. Dat is de houding waarmee we naderen tot God. En we mogen naderen door genade, wat een voorrecht.
Verlang je te kijken met Jezus ogen? Leer dan Gods wil herkennen boven je eigen verlangens en wensen. En alle dank aan God, want Hij helpt je erbij met Zijn Geest.
De gemeenteleden in Efeze staan bekend om hun geloof en hun liefde voor de heiligen. Dan zegt Paulus:
Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen (Ef.1:18, NBV)
Namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen (Ef.1:18, HSV)
Ze zullen zien, ze ontvangen inzicht en begrijpen / weten waarop ze mogen hopen. God roept en kiest mensen. Dat zijn mensen die geloven in Jezus en in hun daden liefde laten zien voor anderen. Mensen als jij en ik, die bidden voor anderen, naar Gods wil. Die vragen: ‘Heer Jezus wat ziet U?’ Dan ga je zien wat Jezus ziet voor die ander, en je stemt met je gebed in met Jezus gedachten over die ander.
In Johannes 14 zegt Jezus meerdere keren: ‘Wat je in Mijn Naam, namens Mij, vanuit Mijn gezichtspunt vraagt zal gebeuren’.
Het is mij opgevallen dat, hoewel ik de theorie en praktijk ken, mijn hart slim is. Slim met eigen belang, kleine vooroordelen of af en toe zelf oplossingen zoeken. Als ik niet oplet, ben ik net als iedereen (wereld gelijkvormig). Dan zeg ik hardop tegen mezelf: ‘Ik ben anders, ik heb Christus leren kennen, ik leer kijken met de ogen van Jezus.’
Maak het persoonlijk:
- Schrijf de tekst Efeze 1: 17-19 op een kaart en hang die zichtbaar op en spreek de tekst hardop uit over jezelf.
- Neem een persoon waarvoor je bid in gedachten. Wat ziet Jezus als Hij naar die persoon kijkt. Is het anders dan hoe jij tot nu toe keek. Schrijf het op. En herhaal deze oefening een aantal keren. Wat leer je hiervan?
- Kun jij net als Max Lucado een zin maken met:
Mijn oog ziet …..
Mijn geloof ziet …..
Yvonne Elbers